Uittreksel van het Bosch
Protocol met betrekking tot Udenhout.
Overgenomen van de site
ADRIAEN
SNOERMAN FONDS periode
1369-1497 (inventarisnummers 1175-1266)
Bewaarplaats:
Stadsarchief in 's-Hertogenbosch, Bossche protocollen.
Indicering
door: Ferdinand Smulders.
Het ADRIAEN SNOERMAN FONDS heeft weer
overgenomen van zijn (hand)schriften in kopie aanwezig bij het
Regionaal
Archief Tilburg
Tip: Toets Ctrl F, en zoek op de tekst "48 buunder" en zie hoe de Strijthoeven in de jaren 1439 - 1492 verhuurd werd aan verschillende opeenvolgende generaties van de familie van den Amervoert.
opbouw beschrijving
inventarisnummer | folio | datum
Inhoud
1176 f.182v zaterdag na
Philippus en Jacobus 1381
Jan Lysscap, zoon van wijlen
Thomas Valant, verkoopt aan Jan Coninc:
Een huis, schuur,
schaapskooi, hof en weiden (eeusel), daarbij gelegen, in Berkel
neven Godevaert Vleminx;
9 lopense rogland en een vlashof in
Berkel neven de "Garshof";
1 lopense rogland
tegenover de vlashof aldaar;
6 lopense rogland "die
Speelhoevel" met een "driessche" daarbij
in Berkel;
2 stukken land, waarop 2 lopen rog gezaaid kan
worden, in Berkel bij de kerk, aan de straat;
6 lopense rogland
"die Venacker" met "die driessche"
daaraan gelegen, in Berkel neven Godevaert Vleminx oostwaarts;
3
lopense rogland achter de kerk van Berkel vlak neven een erfenis
van heer Willem Custer, priester;
3 lopense rogland in Berkel,
over de "waterlaet" genaamd "die Moenne"
neven erfgenamen van Engbrecht vanden Leempoel;
6 lopense
rogland in Berkel aan deze kant van de waterloop "die
Moenne", aan beide zijden van de gemene weg, tussen erfg.
Eng. Van de Leempoel en Herman vanden Ham;
2 lopense rogland in
Berkel tegen het eind van voornoemde 6 lopense tussen Wouter
Boekellaer en de ergen. Van Eng. Van de Leempoel;
9 lopense
rogland "die Vanderic" in Berkel tussen Steven
vander Amervoert en
Wouter Boekellaer;
5 lopense rogland "Bronckelbossche"
in Berkel tussen Steven vander Amervoert
en Gerit van Eersel;
2 lopense
rogland in Berkel, langs de weg die van de kerk van Berkel loopt
naar de Vanderic, tussen Diederic van Brakel aan beide
zijden;
3 lopense rogland over "die Cromstraet"
in Berkel tussen heer van Perweijs en Godevaert Vleminc;
3
lopense rogland, achter het huis van Bruijsten Palart van Berkel,
tussen voorn. Bruijsten en heer Willem Custer;
6 lopense
rogland in "die Wildebrake" in Berkel tussen
Henrick Boef en Godevaert Vleminc;
2 stukken rogland, groot
tezamen 7 lopense, in die "Langebrake" in Berkel
tussen Jan Honyman en Godevaert Vleminc;
8 lopense akkerland
"die Odevatrsacker" en 1 buunder heiland, daaraan
liggende in Berkel, in die Langebrake tussen de Heer van
Perweijs en Henrick Wolf;
9 buunder heiland in Westilborch
tussen Ghijsbrecht Houtappel en Jacob Hessels Bruijstens suager;
1
½ buunder heiland in Westilborch tussen Ghijsbrecht
Houtappel en de gemeijnt, strekkende tot Jacob Coptiten;
(al
deze erfenissen waren vroeger van Thomas Valant.
De laat is
Jacob Horenstekel)
(lasten:
9 oude groten uit de 9 buunder
hei;
9 penningen nieuwe cijns uit Odevartsacker;
1 ½
oude groite uit de 1 ½ buunder hei;
7 schillingen en 2 ½
penning aan het klooster van Bilsen)
Ghijsbrecht Lijsscap
vernadert die stukken, maar draagt ze weer op aan Jan Coninc.
1176 f.223v daags na Michiel
1381
Cristina weduwe van Jan Coptiten, verpacht aan Hessel
Wouter Doerman voor 1 mud rog: een stuk hei en een stuk beemd in
Udenhout tussen Steven vander Amervoert
en Hubrecht Piggen, (die stukken
behoorden vroeger aan Frederik die Becker (pistor)).
(last:
2 oude groten hertogcijns)
Haar kinderen Jacob en Agnes en haar
schoonzoon Gerit van Vladeracken beloven deze verpachting te
waarborgen.
Hessel belooft aan Cristina 13 brabants dobbel te
betalen half op Philippus en Jacobus e.k. en half op lichtmis
d.a.v.
1176 f.323 H. Lambrecht
1383
Peter van Loen, snijder (=kleermaker) draagt op aan
Godevaert Enghel Goden zoon: de helft van een stukje land in
Udenhout tussen Jan vande Scoer en Elizabeth Beijs;
En het aan
Berijs Piggen toekomende deel in een beemd bij Asscot neven
Steven vander Amervoert;
Alsmede
een pacht van 1 lopen rog, welke Kathelijn Jan Leijten
soensdochter, weduwe van Berijs Piggen, beurde uit een akker in
Tilborch tussen Claes Lebben en Willem Roekeloes
(voornoemde
Kathelijn had dat alles verkocht aan Peter van Loen)
1179
f.239 donderdag na Pasen 1391
Claes van Baerle draagt op
aan Willem Henrick Maessoen een pacht van 2 mud rog,. Welke Wouter
Stevens vander Amervoert beloofd
had aan Claes uit huis, hof en erfenissen in Berkel tussen Mette
Bruijstens en de gemeijnt, strekkende van de gemeijnt tot heer
Willem Coster, priester.
1179 f.360 donderdag na Oculi
1392
Engbrecht vanden Eijnde, man van Hilla dochter van
Henrick Ghibboijen, verpacht aan Steven
Stevens vander Amervoert 2
buunder beemd in gheen Gomelaer te Udenhout tussen
Godevaert die Hoijer en Engbrecht vanden Eijnde, strekkende van
voornoemde Engbrecht tot Jan van Haren voor 2 mud 3 zesteren
rog.
Engbrecht en Steven
zullen samen een sloot graven
tussen die 2 buunder en het overige land van Engbrecht.
Steven
moet die 2 buunder "beheijmen"
aan de kant van Engbrechts land.
Steven
belooft aan Engbrecht 22 hollandse
gulden en 1.2 mud rog te betalen op lichtmis e.k.
1179
f.669 donderdag na beloken Pasen 1393
Hubrecht Witen
verkoopt aan Laureijns Henrick Toyt Vannijnssoen een huis hof en
erfenissen in Berkel tussen Mette Bruijstens en de gemeijnt,
strekkende van de gemeijnt tot heer Willem die Custer,
priester.
(Hubrecht Witen kocht dat huis enz. van Wouter
Steven vander Amervoert)
1182 f.129 2 december
1400
Thomas Steven vanden Amervoert,
man van Aleijt Engbrecht vanden Hezeacker
geeft in erfpacht aan Ghijb Quappe
¼ deel (geëfd van Engbrecht vanden Hezeacker) en te
erven van diens weduwe Geertruid, moeder van Aleijt) in een hoeve
in Udenhout Cleppenscoer om 3 mud rogge Bossche maat op
Lichtmis (en de lasten)
1185 f.41 1406/1407
Udenhout:
het goed van wijlen Dirck Stercke van Breda (later van Steven
vander Amervoert)
1185 f.137 21 mei 1407
Jacop
Pauwels (vanden Aker) man van Margriet Henrick Bloijs en Henrick
Willem vanden Borchacker, man van Yda dochter van wijlen Jut
Henrix Bloijs, en Gielis Coptiten, man van Yda Henrix
Bloijs
(Jacop en Henrick samen voor 2/3 en 2/3 van 1/3 deel;
Gielis van 1/3 van 1/3 deel)
geven in erfpacht aan Peter
Stevens vanden Amervoert en
diens broer Meeus een
hoeve (van wijlen Arnt van Bruheze) bij Creijtenmolen in
Udenhout in de parochie Oisterwijk tussen vroeger Jan Papensoen;
nu de erfgenamen Rijcout Borchgreve,
de H. Geest van Den Bosch
en de Heer van Perweijs enerzijds en Peter Huben, Wouter Vrieze,
en Peter vanden Schoer anderzijds;
2 buunder beems aldaar;
de
helft van 7 buunder beemd in Leendonc in dat Harens
Broec
(de andere helft is van de H. Geest van Den Bosch)
en
hei in Venloen
behoudens voor Jacop en Henrick: die Gheselsche
Beemt in Essche.
Om 9 ½ mud rog Bossche maat aan Jacop
en Henrick en 1 ½ mud rog Bossche maat aan Gielis op
lichtmis.
En de lasten: een hertogcijns;
Een cijns aan
Tongerlo;
8 pond paijment aan O.L.V. altaar in de kerk van
Essche
en grondcijns uit de hei)
Herman Jacop Pauwels
ziet af van vernadering.
(21-5)
Peter
en Meeus beloven
aan H.W. vanden Borchacker 105 hollands gulden en 1 ½ mud
rog te betalen half op lichtmis over een jaar en half op lichtmis
over twee jaar.
(21-5)
H.W. vanden Borchacker belooft
aan Jacop Pauwels, dat hij zal zorgen dat Henrick de Bloijs (zoon
van wijlen Peter van Baest) zijn schoonbroer, deze erfpachtgeving
goedkeurt.
(21-5)
1186 f.329v 13 februari 1410
n.st.
Jan, Gerit en Yda, kinderen van wijlen Gerit Boyter
verkopen aan Thomas Stevens vander Amervoert
een hoeve in Udenhout op
Cleppenschoer (Gerit Boyter had die hoeve in erfpacht
gekregen van mr. Henrick van Berkel);
Maar Gerit houdt aan
zich: ¼ deel van 6 buunder beemd bij Cleppenschoer
bij het broeck "die Strijthove"
(lasten:
o.a.
2/3 van 1 mud rog aan Jan Bont, schoonzoon van wijlen Gerit
Boyter;
¾ van ½ mud rog aan Conrart Herman
Coren)
1186 f.405v 5 juni 1410
Henrick Bloijs
zoon van wijlen Peter van Baest verklaart aan Henrick Willems
vanden Borchacker, dat hij goedkeurt de in erfpacht-geving door
Henrick aan Meeus en Peter zonen van wijlen
Steven vander Amervoer, van 1/3 deel van een hoeve
(afkomstig van Jut vanden Aker) in Udenhout bij Creijtenmolen.
1189 f.165 4 juli 1415
Jacop
Hessel Jacop Hessels heeft opgedragen aan Reijner Schaden:
Een
hoeve in Udenhout tussen de gemeijnt en Eefs, weduwe van
Henrick van Mierde, strekkende van de gemeijnt tot Arnt
Moelneer;
Bouw en broekland aldaar tegenover de woning van
wijlen Steven vander Amervoert
(Jacop had die hoeve in
erfpacht van zijn vader Hessel Jacop Hessels)
1189 f.340
19 maart 1416 n.st.
Willem Steven
Janss vander Amervoert heeft
opgedragen aan zijn broer
Thomas 2/7
deel (van Willem en zijn broer Goijart)
in een hoeve onder Udenhout en Tilborg. Behalve land in Udenhout,
dat Hessel Doerman verkregen had van de
kinderen van Steven vander
Amervoert.
(die
hoeve was vroeger van Dirck Sterc van Breda)
(vroegere pachter
was Jan van Eerssel)
(lasten:
een grondcijns;
2/7 van 15
mud rog uit de hele hoeve;
2 mud rog aan Goijart
Stevens vander Amervoert)
1190 f.424v 16 juni
1418
Thomas Steven vander Amervoirt
heeft opgedragen aan Wouter Janss
vanden Loo 2/7 deel (afkomstig van Willem
Stevens vander Amervoirt en Goijart Stevens vander Amervoirt)
in een hoeve in Udenhout en Tilborg, behalve land in Udenhout, dat
Hessel Doerman verkregen had van de kinderen
van Steven vander Amervoirt.
(die hoeve was vroeger van
Dirc Starc van Breda.
Een vroegere pachter was Jan van
Eerssel)
(Thomas had
2/7 deel verkregen van zijn broer Willem)
1193 f.83 2 april 1422
n.st.
Jan, zoon van wijlen Marten Brock en wijlen Ermgart
Willem vanden Grave (Sprang?) alias van Raemsdonc heeft opgedragen
aan zijn broers Peter en Henrick en aan zijn schoonbroer
Jan vander Amervoert alle
goederen, geërfd van zijn ouders, broers en zuster (in
Helvoirt en Udenhout)
1207 f. 301 31 juli 1437
Jonker
Jan van Cortenbach, heer van Helmond, verpacht voor 6 jaar aan
Meeus Stevens vander Amervoert
en Jan Janss, die Cuper van
Eerssel dat "Broec van Helmont" in Udenhout om 33
philipsschilden op St. Remeijs en met de last van 25 wilgepoten
jaarlijks te planten.
1210 f.47v 10 maart
1440
Dirck die Lu, Henrick van Buedel en Meeus
Stevens vander Amelvoert verhuren
voor 12 jaar vanaf St. Remeijs l.l. aan Ghijsbrecht Dirx
Kanssen(?), Peter Henrix Toijt, Laureijns Ghijsbrecht Piers, Peter
Jan Zegers en Gerit Janss die Bont: een stuk beemd "die
efterste strijthove" in Udenhout om 35 peters op St.
Remeijs.
De huurders mogen alleen schaerhout kappen voor eigen
gebruik. In het laatste jaar moet dat hout twee jaar oud zijn.
1210 f.129 29 december
1439
Jan Happart verhuurt voor 12 jaar vanaf St. Marten
l.l. aan Henrick van Buedel en Meeus Stevens
vander Amelvoirt:
48 buunder beemd "die
Strijthoven" in Udenhout (afkomstig van Margriet Tays) om 113
peters op St. Marten.
De huurder kunnen schaerhout kappen; maar
dat moet op het eind van de huur twee jaar oud zijn.
1210
f.129 18 februari 1440 n.st.
Henrick en Meeus
geven 1/12 deel van die 48 buunder
over aan Dirck die Lu.
1211 f.186 (1441)
Lambrecht
Tielmans die Vet, Wouter Back, zoon van wijlen Jan Buckincx,
Wijtman Peters van Herpt en Herman Wouter Beerthouts:
Hebben
opgedragen aan Steven Meeus Meeus Stevenss
vander Amelvoirt:
Een huis, erf, hof, land en wei, groot
24 lopensen in Udenhout, vroeger tussen Lijsbeth Stevens en een
straat (Herman Tielmans die Vett had dat huis verkregen van Jan
Tielmans die Vette;
Herman had al zijn goederen vermaakt aan
zijn vrouw Peterken Jan Stert;
Peterken had alle goederen van
Herman - behalve de door haar ingebrachte goederen - verkocht aan
Lambert, Wouter, Wijtman en Herman.)
1213 f.154 9
november 1442
Jan Happart verhuurt voor 9 jaar vanaf St.
Marten aan Henrick Jans van Buedel en Jan
Meeus Stevens vander Amervoert 48
buunder beemd "die Strijthoeven" in Udenhout (Vroeger
van Margriet Tays)
Om 100 peters op St. Marten
De huurders
mogen alleen "schaerhout" kappen maar moeten zorgen dat
het schaarhout op het eind van de huring twee jaar oud is.
1213
f.246 5 augustus 1443
Mr. Gerit Jacop van Vladeracken,
doctor legum, Jan van Catwijc, man van Lijsbeth en mr. Goijart van
Rode, man van Margriet,
dochters wijlen Willem van Oudenhoven
en Cristijn Gerit van Vladeracken en Lijsbeth dochter van wijlen
Jan Loijer X Gerborch Gerits van Vladeracken
En Aertken dochter
van wijlen Engbrecht Jacop Aven soen X Lijsbeth Gerits van
Vladeracken
Geven in erfpacht aan Meeuw
Henrix Stevens (vander Amervoert) een
huis, erf, schuur, hof en aangelag in Udenhout in die Zesshoeven
tussen Meeus Henrix Stevens
en Gerit Bey enerzijds en de
erfgenamen van Henrick Emmen vanden Eijnde en de erfgenamen van
Jan van Oekel anderzijds strekkende tot een straat,
Met recht
om naar dat huis te wegen over andermans land,
Om 7 mud rog
Bossche maat op Lichtmis aan Jan van Catwijck 1/7, mr. Goijart van
Rode 1/7, Lijsbeth Jan Loijer 2/7 en Aertken 3/7
(en de lasten:
overweg geven aan anderen;
4 ½ oude groten;
1
cijnshoen en 4 pond nieuw hertogcijns
1215 f.170 25
februari 1445 n.st.
Vrouwe Margriet, weduwe van heer Jan
van Berlaer, heer van Helmond, en Roelof van Asten, verhuren voor
6 jaar vanaf St. Maarten l.l. aan Jan Janss die Cuper van Eersel
en Jan en Meeus, zonen van wijlen Meeus
Stevens vander Amervoert, een zekere beemd "dat Broec
van Helmond" in Udenhout, tussen een steeg van Wouter
Berthouts e.a. en een erf van Peter en Priem, zonen van wijlen Jan
Vannij, strekkende van een straat tot Jan Gieliss van Heerlaer, om
41 philippus schilden (te betalen aan Margriet) op St. Maarten
(de
verhuringsakte moet overhandigd worden aan de voornoemde Jan
Meeus Stevens vander Amervoert)
1216 f.13 10 november
1445
Melis Aert Meliss, man van Yda Franck Toyt, heeft
opgedragen aan Wouter Jan Wellens 1/6 deel en 1/5 van 1/6 deel in
huis, erf, hof en aangelag in Udenhout, bij Kreijtenmolen tussen
Herman Luer en de gemeijnt strekkende tot Claes Piggen; alsmede in
bouwland aldaar
Reijner Peter Nouden ziet af van
vernadering
1216 f.13 12 november 1445
Dirck
Stevens vander Amervoer vernadert
die delen.
1217 f.238 6 oktober 1446
Wouter Jan
Wellens, man van Marie Frank Toijt, geeft in erfpacht aan Aert
Stevens vander Amervoert: een huis, erf, hof en 3 ½
lopensen aangelag in Udenhout bij Kreijtenmolen;
En 3 lopense
land aldaar, om 10 zesteren rog Bossche maat op lichtmis
(en de
lasten: 1 ¼ oude grote grondcijns; 6 schillingen; een
schilling en 4 lopen rog)
1219 f.44 7 maart 1449
n.st.
Wouter Wouter van Baex, man van joffr. Johanna dr.
wijlen Henrick Heijm, heeft opgedragen aan Jan Jacops Luer een
hoeve in Udenhout op Groetlaer;
een beemd in Leendonc,
Helvoirt;
een heiveld "een heijhoeve" in Udenhout aan
Roelkensdijc
(vroeger was dat alles van Henrick Heijm. Jan
Jacops Luer was tot nu toe pachter),
en een pacht van 1 1/2 mud
rog op lichtmis uit huis, erf, hof, aangelag en land in Udenhout
(Henrick Heijme had die pacht verkregen van Gerit Geronx vander
Hazeldonc)
(last: 4 1/2 mud rog aan Aert Coelborne)
Heijmerick
vander Amelsvoert ziet
af van vernadering.
1220 f.272 18 december 1449
Jan
Meeus Stevens vander Amervoert verhuurt
voor 6 jaar vanaf St. Marten over een jaar aan Jan die Bont,
Steven Meeus (Van Amervoert)
en Jan Jacop Goijarts de tweede
hoeve in die Strijthoeve in Udehout om 46 peters te betalen half
op St. Andries en half op Pasen.
Het hakhout moet na zes jaar
een jaar oud zijn. Ze moeten een sloot en wal graven.
1220
f. 272 18 december 1449
Danyel Pijers, Berthout Wouter
Berthouts, en Claes Janss van Vucht beloven samen aan Jan
Meeus Stevens vander Amervoert gedurende
6 jaar te betalen vanaf St. Marten over een jaar jaarlijks te
betalen 46 peters half op St. Andries, half op Pasen
(blijkbaar
van de huring van één der Strijdhoeven!)
Ze
moeten de sloot opgraven.
1220 f.285 3 februari 1450
n.st.
Jan Meeus Stevens soen
verhuurt voor 6 jaar vanaf St.
Maarten over een jaar aan Meeus Henrick Stevens, Peter en Claes,
zonen van wijlen Jan Zegers, en Aert Janss Langerbeen:
den
eftersten camp in die Strijthoeven (groot 12 buunder) in Udenhout
om 35 peters, te betalen half op St. Andries, half op pasen.
Het
elzenhout moet op het eind van de huur een jaar oud zijn.
1227 f.318 9 november
1456
Aleijt, weduwe van Hubrecht Wijtman Huben soen geeft
aan haar kinderen Ghijsbert, Aert, Wijtman, Jan, Lijsbeth en
Mechtelt haar tocht in een hoeve in Udenhout bij dat
Cleppenschoer
(Hubrecht Wijtman Hubensoen had die hoeve
verkregen van Thomas Stevens vander
Amervoert)
behalve 2 buunder land, die Hubrecht te pacht
gegeven had aan Jan Janss die Meijer om 2 mud rog.
Ghijsbert,
Aert, Wijtman en Jan en Henrick Gerit Guetraet, man van Lijsbeth,
en Jacop nat. zoon van wijlen heer Pauwels Borcharts priester man
van Mechtelt,
hebben die hoeve (min 2 buunder) en een pacht van
2 mud rog opgedragen aan Geertruijt, weduwe van Jan Janss die
Meijer voornoemd
(lasten: gebuurcijns in Tilborch, 9 cruijskens
mottoen
20 schillingen paijment
4 mud rog aan Herman
Corstiaen Coenen;
2 mud rog aan Willem die Zegher;
1 mud rog
aan Goijart Cleijnael;
1 mud rog aan Henricx soen;
1/2 mud
rog aan Groot Ziekengasthuis in Den Bosch;
1/2 mud rog aan Jan
die Greve;
1/2 mud rog aan Jan Berijs, nu Geertruijt
voornoemd.)
1227 f.389v 22 maart 1457 n.st.
Willem
Willem Wijtman Grieten soen man van Engelberen Hubert Peter Hubert
Wijten heeft opgedragen aan Jan Hubert Peter Hubert Wijten huis,
erf, hof en 1 1/2 mudzaad bouwland in Udenhout tussen een straat
en de verkrijger, strekkende van de verkrijger tot Henrick
Stevens vander Amervoert;
17 lopense land en wei; en de
helft van 10 lopen bouwland "die Crommenacker".
(Willem
had dat verkregen bij een deling tegen Jan Hubert Peter Hubert
Wijten
(lasten: samen 6 mud en 7 lopen rog; en 1/2 mud rog aan
Claes van Stralen)
1230 315v 24 mei 1460
Wouter
Engberst vanden Hezeacker heeft opgedragen aan zijn zoon Engbert
zijn tocht in huis, erf, hof en aangelag in Udenhout aan die
Cruijsstraet tussen Jan Stert en Hubert Steenwech;
alsmede in
een wei aldaar.
(Wouter had die ene helft verkregen van Willem,
Aert en Mechtelt, kinderen van wijlen Peter Brock;
Jan, Peter
en Heilwich, kinderen van wijlen Jan Verkijnder;
Geertruijt,
weduwe van Jan vander Amervoert en haar dochter Lijsbeth;
Peter,
Lambert en Jan, zonen van wijlen Goijart Brocken;
Claes Appels,
man van Katherijn Goijart Brocken;
Gerit Eelkens, man van
Johanna Goijart Brocken;
Engel en Katherijn, dochters van
wijlen Peter Peters Brocken;
Peter Aelberts van Essche man van
Aleijt Peter Peter Brocken;
Jan die Groet, man van Geertruij
Peter Peter Brocken;
Claes vanden Dael, man van Heilwich Peter
Peter Brocken;
en de andere helft van een zoon (onleesbaar) van
Laureijns die Vrieze;
Lijsbeth Willems die Writer;
Claes
Appels;
Wouter Peter Poijnenborch;
Willem en Jan zonen van
wijlen Jan die Writer;
Mathijs Henrix Lepelleer;
Peter en
Jan, zonen van wijlen Wouter die Vrieze zoon van wijlen Jan
Weijndelmoeden;
Jan Aerts Scheenken, man van Luijtgart Jan
Weijndelmoeden;
Jan, Elijas, Laureijs en Gijb, zonen van wijlen
Laureijns Vannij;
Aert van Laerhoven, man van Geertruijt
Laureijns Vannij;
Aert Bruijstens, man van Lijsbeth Laureijns
Vannij;
Laureijns Willem Laureijnsen soen;
Willem Dirx
Coppen soen en Wouter Henrix Toijt Vannijssoen
1245
f.121 9 juli 1476
Jan zoon van wijlen Jan Hapaert verhuurt
voor 7 jaar aan Jan Meeuss vander Amervoert
48 buunder beemden geheten "die
Strijthoeve" in Udenhout vanaf lichtmis a.s.
om 136
peters, te betalen half op lichtmis en half op 1 mei, in de eerste
6 jaren en geheel op lichtmis in het 7de jaar.
Jan
v.d. A en zijn zonen Aert, Jan en Anthonis
beloven de huur in Antwerpen te
betalen. Jan Hapaert zal elk jaar voor een tabbaert 2 peters
korten. Het schaarhout mag alleen in het laatste jaar gehakt
worden.
1252 f.449v 20 februari 1483 n.s.t
Aert
Coelen Henrixs, rentmeester van jonker Wessel van Boetselaer, heer
van Asperen en Doerne, verpacht voor 6 jaar aan Henrick
Stevens vander Amervoert en
diens zoon Peter: een hoeve (van
voornoemde jonker) in Udenhout (behalve de houtwassen) om 8
rijnsgulden te betalen op Philippus en Jacobus.
(en de
lasten:
4 1/2 peter grondcijnzen deels aan Goijart van Kuijck;
8 mud rog aan Aert Pels;
3 mud rog aan St. Geertruitsklooster,
Den Bosch;
1 mud rog aan Gerit vanden Broeck)
De pachters
moeten 6 vimmen stro leveren om te dekken.
De pachters beloven
aan Aert of aan toonder 60 1/2 peters te betalen op Philippus en
Jacobus over drie jaar.
1253 f.5 24 oktober 1483
Adriaen
Janss Hapart, gemachtigd door Lodewijck Janss Hapart in een
antwerpse brief, verhuurt voor 7 jaar aan Jan
Meeuss vander Amervoert 48
buunder beemd geheten die Strijthoeve, Udenhout bij die
Cruijsstraet met houtwas en schaerhout om 136 peters, te betalen
jaarlijks half op lichtmis, half op 1 mei en te leveren in
antwerpen. De huurder mag het schaarhout alleen in het laatste
jaar hakken.
1261 f.9 12 juli 1492
Lodewijck zoon
wijlen Jan Janss Happart verhuurt voor 6 jaar aan Anthonis
Jan Meeuss vander Amervoirt 48
buunder beemd "die Strijthoeve" in Udenhout bij die
Cruijstraet met schaerhout daarop, vanaf Lichtmis j.l. om 136
peters, te betalen half op Lichtmis, half op 1 mei, en te leveren
in Antwerpen.
De huurder moet om het ander jaar een tabbart
geven aan Lodewijck. In het laatste jaar mag de huurder het
schaarhout hakken.