Uittreksel van Inventaris nr. 727. Voor het totaal, zie Regionaal Archief Tilburg.
19. 1367, juni 14 (des
maendags nae der octaven van pinxten)
Lambrecht van
Ghilse, Pauwels van Beke, Ghysbrecht van der Berten, Bartholomeus
van Amervoert en
Jan die Laet, schepenen van Gestel, verklaren, dat Willem die
Brouwer, erfgenaam van Peter Smallaert zijn vader, getuigd heeft,
dat zijn vader gekocht heeft van Wytman den Molenner, een erfpacht
van een half mud rogge, gaande uit Wytman's huis en hof, gelegen
tussen de dijken der erfenisse, te weten tussen het gasthuys
t.e.z. en Henrick soene Henric Tymmermans t.a.z.
Op 13 juli
1420 door Willem en Margriet, kinderen van wijlen Joest die Beer
en Kathelyne Goyaert Remboutsdochter opgedragen aan Jan Andries
Lamberts "tot behoef der structuren der kercken van
Oesterwyck".
Op 15 november 1430 verkocht door Wouter
Nouwenzoen aan Jan Willemssoen van Gylse, zijn zwager.
Op 13
december 1463 door Anchem, z.v. wijlen Jan van Gylse, verkocht aan
Claes Eryt Beerensoen.
In 1481 in december door Claes Eryt
Beeren opgedragen aan Willem Peter Beeren.
Cart.fol.219
46.
1408, januari 17 (op sente Anthonis avont die abt was)
Aert
Walraven en Jan Sappeel, schepenen van Oisterwyck, verklaren, dat
Jan van Gilse ontvangen heeft van Geryt, zoon van wijlen Henrick
Godevaerts, een stuk land, groot 2 lopense, gelegen in de parochie
Gestel tussen Jan van der Amervoert
en Jan Bolleken, tegen een cijns
van 1 oude swarte en 2½ lopen rogge.
"Desen chyns
van eenen ouden swarten is gelost anno 59 aen handen van Wouter
Colff, te weeten den ouden swarten ende anders niet want sy hadden
vergeten dien te quoten ende daer was twyst
om".
Cart.fol.217v
151. 1453, mei 29
Jan
van der Elst en Jan Poynenborch, schepenen van Oisterwyck,
verklaren, dat Lonis, zoon van wijlen Ghysbrecht van Megen,
beloofd heeft te betalen aan Wouter van Ele, Thomas Hessels, Aert
Godevaerts Bacs en Steven Henrick
Stevenszoen van der Amervoert, mombers en provisoren van de
H.Geest Tafel, een erfpacht van een half mud rogge, gaande uit
zijn stuk land, geheten de Laeracker, gelegen in de Vrijheid van
Oisterwyck tussen Henrick van Buedel ten W. en Jan Stynen ten O.,
strekkende van de waterlaet ten N. tot aan Aert die Greve ten Z.,
welk land hij als erfgenaam van zijn overleden vrouw verkregen
heeft van Henrick van Buedel; alsmede uit een stuk land, geheten
den Leggenhoernick, gelegen alsvoren tussen die gemeyn Aa ten W.
en Wouter Maes Hesselssoen ten O., onder voorwaarde dat de
provisoren jaarlijks 2 lopen rogge zullen uitkeren aan de gezellen
in de kerk van Oisterwyck tot het lezen van een jaargetijde voor
hem en Margriete zijn vrouw en hun kinderen.
"Die kynder
Jans die Smyt".
Cart.fol.40
153. 1454, maart
29
Jan van der Elst en Jan Poynenborch, schepenen van
Oisterwyc, verklaren, dat Stheven, zoon van
wijlen Henrick Sthevenssoen van der Amervoert, beloofd
heeft te betalen aan Wouter van Ele, Thomas Hesselszoen en Aert
Godevaert Backszoen, mombers en provisoren van de H.Geest Tafel,
een erfpacht van 4 lopen rogge, gaande uit een huis, erve en hof
met land, groot 8 lopense, gelegen in de parochie Oisterwyck in
Berckel, belend ten N. en O. de gemene straat, ten W. en Z. de
goederen van Parweys, welke erfpacht ingaat na de dood van Stheven
en zijn vrouw Elisabeth, dochter van wijlen Peter van der
Schoer.
"Gilt Jan Loyen"
Cart.fol.119
160.
1456, juni 21
Jan Poynenborch Peterszoen en Jan van den
Dyck, schepenen van Oisterwyck, verklaren, dat Geryt, zoon van
wijlen Geryt Crillaert, beloofd heeft te betalen aan zijn zoon
Willem, een erfpacht van 3½ mud rogge, gaande uit zijn
huis, hof en 11 lopense land, gelegen in de parochie Westilborch
aen die Stockhasselt, belend ten Z. Daniel Deniszoen, ten N.
Margriet sBonten, Aert Heyn Cort Danielszoen en Geryt Wouter
Gheenkenszoen, ten W. Aert van Amervoert,
ten O. de gemene straat, onder voorwaarde, dat Willem Crillaert na
dode van zijn vader en Elisabeth, zijn moeder, deze erfpacht in de
boedel brengen zal om te laten meedelen, ofwel met deze erfpacht
genoegen nemen.
Cart.fol.86
189. 1470, oktober
1
Mathys die Gruyter en Jan die Loeze, schepenen van
Oisterwyck, verklaren, dat Jan, zoon van
wijlen Bartholomeus Stevenszoen van der Amervoert, ten
behoeve van zijn kinderen Aert, Jan en
Agnese afstand
heeft gedaan van zijn lijftocht in twee huizen, gelegen in de
parochie Oisterwyck bij de windmolen geheten Creytenmolen, tussen
Jan Huben ter ene zijde en Jan Meyers, Geryt van der Schoer,
Barthout Wouterszoen en Dinge, weduwe van Jan Peeters ter andere
zijde; voorts in een beemd, gelegen alsvoren in Aschot tussen
Barthout Wouters en Jan Meyers ter ene zijde en Aert Goyaertssoen
te Enschit ter andere zijde, strekkende van Jan van Haren tot aan
Barthout en Jan voorn.; alsmede in een stuk beemd, gelegen in de
parochie Helvoirt in die Leendonck, tussen de H.Geest te 's-Bosch
en Heer Daems gasthuys van den Bosch, strekkende met beide einden
aan Gerit van den Schoer. Zijn kinderen voorn. verkopen aan Joest
Claes soen een erfpacht van 1 mud rogge uit deze
onderpanden.
"Gilt Thomas Meeus".
Cart.fol.157